Uitgestelde rouw
Michiel maakt een afspraak, omdat hij denkt dat hij misschien een burnout heeft. Hij komt binnen en oogt inderdaad niet fit. Wel verzorgd, maar moe. Ik vraag hem naar zijn klachten en die kloppen niet helemaal met een (dreigende) burnout, hoewel er wel veel dingen zijn die wèl overeenkomen. Na de intake vraag ik hem meer te vertellen over zijn jeugd.
“Als kind van 13, verloor ik mijn moeder door een auto-ongeluk. Ik had nog een vader, een broertje van 10 jaar en een zus van 15. Ik had altijd een diepe band met mijn moeder en de schok toen de politieman aan de deur kwam met het bericht van overlijden was groot. Erg groot. Ik herinner me nog dat ik het gevoel had niet meer te kunnen ademhalen, te willen gillen en schoppen. Maar ik deed natuurlijk niks.
De dagen erna heb ik niet echt beleefd, ik weet heel veel niet meer. Na de begrafenis ging ik weer naar school waar ik het nut amper meer van inzag. Ik begon te spijbelen en haalde slechte cijfers. Ik bleef zitten. Dat wilde ik niet op dezelfde school en koos voor een andere.
Thuis was het moeilijk en verdrietig. Ik miste mijn moeder heel erg en die pijn kon ik niet goed aan. Mijn zusje huilde veel en mijn broertje ging vaak naar een vriendje. Mijn vader probeerde echt wel aandacht aan ons allemaal te geven, maar ik wilde niet met mijn vader praten. Huilen kon ik niet en wilde ik niet.
In het weekend gingen we naar het graf, maar na één keer ging ik niet meer mee. Dat graf riep te veel op om aan te kunnen.
Ik maakte mijn school af in de andere woonplaats waar niemand me kende en praatte nooit over mijn moeder. Toen ik geslaagd was ging ik het huis uit, op kamers in een ander deel van het land.
Ik trouwde, kreeg kinderen en miste mijn moeder regelmatig. Maar duwde dat weg. Wat voorbij was, was voorbij. En omdat jij er nu over begint komt het allemaal weer boven.”
De emoties zijn duidelijk te zien op zijn gezicht. Ik zoek wat de aanleiding kan zijn dat dit eruit komt nu, want ik vermoed dat dit de oorzaak is van al zijn klachten. Wat blijkt: zijn oudste dochter wordt over twee maanden 13 en ineens is hij zoveel bezig met zichzelf. Met die jongen van 13.
De dagen erna heb ik niet echt beleefd, ik weet heel veel niet meer. Na de begrafenis ging ik weer naar school waar ik het nut amper meer van inzag. Ik begon te spijbelen en haalde slechte cijfers. Ik bleef zitten. Dat wilde ik niet op dezelfde school en koos voor een andere.
Thuis was het moeilijk en verdrietig. Ik miste mijn moeder heel erg en die pijn kon ik niet goed aan. Mijn zusje huilde veel en mijn broertje ging vaak naar een vriendje. Mijn vader probeerde echt wel aandacht aan ons allemaal te geven, maar ik wilde niet met mijn vader praten. Huilen kon ik niet en wilde ik niet.
In het weekend gingen we naar het graf, maar na één keer ging ik niet meer mee. Dat graf riep te veel op om aan te kunnen.
Ik maakte mijn school af in de andere woonplaats waar niemand me kende en praatte nooit over mijn moeder. Toen ik geslaagd was ging ik het huis uit, op kamers in een ander deel van het land.
Ik trouwde, kreeg kinderen en miste mijn moeder regelmatig. Maar duwde dat weg. Wat voorbij was, was voorbij. En omdat jij er nu over begint komt het allemaal weer boven.”
De emoties zijn duidelijk te zien op zijn gezicht. Ik zoek wat de aanleiding kan zijn dat dit eruit komt nu, want ik vermoed dat dit de oorzaak is van al zijn klachten. Wat blijkt: zijn oudste dochter wordt over twee maanden 13 en ineens is hij zoveel bezig met zichzelf. Met die jongen van 13.
Op zijn werk gaat het niet lekker, hij slaapt slecht en voelt zich erg gespannen. Hij heeft veel lichamelijke klachten en is erg prikkelbaar thuis en op het werk. Ik begrijp het vermoeden van een burnout. Opvallend is wel dat hij veel boosheid voelt als hij een politie ziet. In het verkeer ben ik bang dat ik een ongeluk krijg.
Het plaatje begint vorm te krijgen. Het lijkt voor mij erop dat we te maken hebben met een vorm van uitgestelde rouw. Michiel droomt veel de laatste tijd en dat heeft vaak te maken met donkere thema’s: vallen in een gat, eenzaamheid, verdriet, mensen die hem in de steek laten, soms ook fysieke pijn waarmee hij dan wakker wordt. Dit alles is niet altijd herleidbaar tot iets concreets, maar toch ook wel weer passend bij een geest die aan het herbeleven is.
Rouw en trauma raken hier aan elkaar. De schok die hij voelde toen de politieman het slechte nieuws kwam brengen is telkens weer voelbaar wanneer hij iemand ziet met eenzelfde uniform. Hij zou het liefst zo’n man aanvliegen en willen gillen. En hij voelt zich daarna ook nog uren uitermate geïrriteerd en hevig verdrietig. De onmacht die ontstond toen hij hoorde dat zijn moeder er van de ene op de andere dag niet meer was, is dezelfde onmacht die hem nu van tijd tot tijd overvalt. In het verkeer, bij de politieman en zelfs, zo vertelt hij, als hij een kind ziet huilen. Het blijkt echt een ervaring van de laatste maanden te zijn.
Hij is destijds doorgegaan, zo goed en zo kwaad als het ging. Zijn vader hertrouwde na een jaar of zeven, wat hij verstandelijk heel goed kon begrijpen. Maar rouwen om zijn moeder kon hij niet. Het was te groot voor hem. Dus hij heeft het weg geduwd. En zeker heeft hij het gevoeld, toen, maar ook daarna bij zijn huwelijk, bij de komst van de kinderen, bij zijn hele loopbaan. Maar het mocht er niet zijn. Echt rouwen kon hij niet. Hij praatte ook zelden over haar.
We besluiten om hiermee aan de gang te gaan. Dat vindt hij niet makkelijk en is bang voor wat er loskomt. Toch gaat hij akkoord. Door terug te gaan naar die tijd, om de gevoelens te laten komen die toen al moesten komen, door het verdriet te uiten en alle liefde die hij voor zijn moeder voelde naar buiten te laten komen. Door te zoeken waar God was in dit alles. Vragen die zo groot en zo moeilijk zijn, zeker voor een kind van 13, maar ook nu nog. Hij heeft nu pas beseft, nu zijn dochter die leeftijd krijgt, hoe klein hij nog was. Dat maakt hem intens verdrietig. “Nu voel ik wat ik gemist heb en ik ben bang dat mijn kinderen hetzelfde moeten meemaken”. Ik betrek zijn vrouw Anneke er ook bij en help haar bij het duiden van zijn gedrag thuis dat niet altijd redelijk is. Maar ook zij is blij dat er een oorzaak is en dat hij nu ermee aan de gang gaat. Maar meelopen op zo’n pad is niet zo simpel. Want eerlijk is eerlijk, rouwen is een behoorlijk eenzaam gebeuren. En je hebt dan gedoseerd je afzondering en je gesprekspartner nodig. We spreken af dat hij een aantal stappen gaat zetten, die we ook echt vantevoren bespreken.
Als hij na een aantal weken terugkomt vraag ik hoe het is geweest.
“Het is intensief. Ik heb twee weken verlof opgenomen en een deel van die dagen gebruikt om naar mijn vader te gaan, met hem te praten en terug te gaan naar de plek van het ongeluk. Daar was mijn vader heel blij om, want die had dat altijd gemist. Ook ben ik met mijn zus en broer gaan praten over hoe zij alles hebben beleefd. Ik maak graag muziek en ik was blij met je opdracht (ik had hem gevraagd of hij een lied wil maken voor zijn moeder waarin God een plaats krijgt). Langzaam vallen dingen voor mij op mijn plek. Langzaam kan ik weer genieten van mijn inmiddels 13-jarige dochter. We praten nu samen erover en ze wil er alles over horen. Ik zie nu ook dat ze op moeder lijkt en daar word ik heel blij van. Ook met de andere kinderen en natuurlijk met Anneke heb ik veel over mijn moeder gepraat, en nog. We hebben oude foto’s bekeken en we gaan samen uit eten op haar sterfdag binnenkort. Dan neem ik mijn gezin ook mee naar moeders graf. Het is bijna 25 jaar geleden, maar ik voel dat het eindelijk klopt in mijn leven”.
Hoe hij praat klinkt als een compleet eerbetoon aan zijn moeder. Het was geen burnout, ondanks de overeenkomsten. Het was een diepe wond die nooit geheeld was en die er nu mag zijn en verder mag genezen.
Het plaatje begint vorm te krijgen. Het lijkt voor mij erop dat we te maken hebben met een vorm van uitgestelde rouw. Michiel droomt veel de laatste tijd en dat heeft vaak te maken met donkere thema’s: vallen in een gat, eenzaamheid, verdriet, mensen die hem in de steek laten, soms ook fysieke pijn waarmee hij dan wakker wordt. Dit alles is niet altijd herleidbaar tot iets concreets, maar toch ook wel weer passend bij een geest die aan het herbeleven is.
Rouw en trauma raken hier aan elkaar. De schok die hij voelde toen de politieman het slechte nieuws kwam brengen is telkens weer voelbaar wanneer hij iemand ziet met eenzelfde uniform. Hij zou het liefst zo’n man aanvliegen en willen gillen. En hij voelt zich daarna ook nog uren uitermate geïrriteerd en hevig verdrietig. De onmacht die ontstond toen hij hoorde dat zijn moeder er van de ene op de andere dag niet meer was, is dezelfde onmacht die hem nu van tijd tot tijd overvalt. In het verkeer, bij de politieman en zelfs, zo vertelt hij, als hij een kind ziet huilen. Het blijkt echt een ervaring van de laatste maanden te zijn.
Hij is destijds doorgegaan, zo goed en zo kwaad als het ging. Zijn vader hertrouwde na een jaar of zeven, wat hij verstandelijk heel goed kon begrijpen. Maar rouwen om zijn moeder kon hij niet. Het was te groot voor hem. Dus hij heeft het weg geduwd. En zeker heeft hij het gevoeld, toen, maar ook daarna bij zijn huwelijk, bij de komst van de kinderen, bij zijn hele loopbaan. Maar het mocht er niet zijn. Echt rouwen kon hij niet. Hij praatte ook zelden over haar.
We besluiten om hiermee aan de gang te gaan. Dat vindt hij niet makkelijk en is bang voor wat er loskomt. Toch gaat hij akkoord. Door terug te gaan naar die tijd, om de gevoelens te laten komen die toen al moesten komen, door het verdriet te uiten en alle liefde die hij voor zijn moeder voelde naar buiten te laten komen. Door te zoeken waar God was in dit alles. Vragen die zo groot en zo moeilijk zijn, zeker voor een kind van 13, maar ook nu nog. Hij heeft nu pas beseft, nu zijn dochter die leeftijd krijgt, hoe klein hij nog was. Dat maakt hem intens verdrietig. “Nu voel ik wat ik gemist heb en ik ben bang dat mijn kinderen hetzelfde moeten meemaken”. Ik betrek zijn vrouw Anneke er ook bij en help haar bij het duiden van zijn gedrag thuis dat niet altijd redelijk is. Maar ook zij is blij dat er een oorzaak is en dat hij nu ermee aan de gang gaat. Maar meelopen op zo’n pad is niet zo simpel. Want eerlijk is eerlijk, rouwen is een behoorlijk eenzaam gebeuren. En je hebt dan gedoseerd je afzondering en je gesprekspartner nodig. We spreken af dat hij een aantal stappen gaat zetten, die we ook echt vantevoren bespreken.
Als hij na een aantal weken terugkomt vraag ik hoe het is geweest.
“Het is intensief. Ik heb twee weken verlof opgenomen en een deel van die dagen gebruikt om naar mijn vader te gaan, met hem te praten en terug te gaan naar de plek van het ongeluk. Daar was mijn vader heel blij om, want die had dat altijd gemist. Ook ben ik met mijn zus en broer gaan praten over hoe zij alles hebben beleefd. Ik maak graag muziek en ik was blij met je opdracht (ik had hem gevraagd of hij een lied wil maken voor zijn moeder waarin God een plaats krijgt). Langzaam vallen dingen voor mij op mijn plek. Langzaam kan ik weer genieten van mijn inmiddels 13-jarige dochter. We praten nu samen erover en ze wil er alles over horen. Ik zie nu ook dat ze op moeder lijkt en daar word ik heel blij van. Ook met de andere kinderen en natuurlijk met Anneke heb ik veel over mijn moeder gepraat, en nog. We hebben oude foto’s bekeken en we gaan samen uit eten op haar sterfdag binnenkort. Dan neem ik mijn gezin ook mee naar moeders graf. Het is bijna 25 jaar geleden, maar ik voel dat het eindelijk klopt in mijn leven”.
Hoe hij praat klinkt als een compleet eerbetoon aan zijn moeder. Het was geen burnout, ondanks de overeenkomsten. Het was een diepe wond die nooit geheeld was en die er nu mag zijn en verder mag genezen.