Imposter-syndroom

Ken je dat gevoel dat je iets moois gepresteerd hebt, dat je slaagt voor een moeilijke studie, een eigen onderneming opstart of iets anders succesvols presteert en dat je toch het idee hebt dat je maar een spelletje speelt? Dat je eigenlijk iedereen voor de gek houdt? Dat, wanneer mensen je echt zouden kennen, ze zeer teleurgesteld zouden zijn in je?

Vooral veel vrouwen hebben last hiervan. Het heeft een mooie dure naam: het imposter syndroom (bedriegerssyndroom). Nee, het is niets nieuws, alleen hoor je de naam misschien niet zo vaak. Maar het komt enorm veel voor. Het is ook geen enge ziekte, het belemmert je alleen enorm in je blijdschap om wat je kan en gedaan hebt.

Denk maar eens aan een compliment. Als mijn man een compliment krijgt geniet hij en is het er van harte mee eens, en terecht, want hij kan heel veel. Als ik zelf een compliment krijg voel ik me ongemakkelijk. Ondertussen ook blij en ik snak ernaar het te horen, maar ik kan het maar moeilijk binnen laten komen. Terwijl ik mijn fouten eindeloos blijf koesteren. En zo voelen mensen die hier extreem veel last van hebben zich alsof ze een toneelstuk opvoeren, alsof wat zij doen maar heel gewoontjes is.

Het vindt heel vaak zijn oorzaak in een verleden waarin je niet werd gezien, niet werd gestimuleerd om iets te bereiken, of waarin je werd afgebrand als er iets mislukte; waarin je niet serieus bent genomen of gewoon wanneer je in een cultuur bent opgegroeid waarin je vooral bescheiden hoort te doen of waarin je vader of broers en andere mannen je lieten weten dat jij als vrouw minder waard was.

Vréneli Stadelmaier, coach, auteur en spreker met een cv dat bol staat van de prachtige banen en nevenactiviteiten die ze heeft gehad, coacht in haar eigen praktijk veel vrouwen met topbanen. En vele van hen (dus met die topbanen!!) kennen het hierboven omschreven gevoel. Ze deed enkele jaren geleden onderzoek onder 650 vrouwen en schreef er een boek over: “F*ck die onzekerheid”. Ze omschrijft daar ook wat ik hier boven benoem.

Ik kom het zelf in mijn praktijk ook regelmatig tegen, al voordat ik ooit van dit syndroom had gehoord. En vrijwel altijd is het te herleiden tot gedachten die aangeleerd zijn, bewust of onbewust. En die stemmetjes blijf je horen in je hoofd.

En je reactie is: terugtrekken en jezelf niet op de voorgrond plaatsen; en tegelijk alles wat je wèl succesvol maakt bagatelliseren. Of juist andersom: je wordt zo perfectionistisch dat fouten niet zijn toegestaan voor jezelf. Aangezien dat geen haalbaar leven is, ontneem je jezelf veel momenten van blijdschap en vergroot je de kans op een burnout of depressie enorm.

Vaak vinden zulke vrouwen het ook lastig als een andere vrouw wèl de complimenten kan laten binnenkomen en ervan geniet. Dan vinden ze dat zo iemand opschept. Het is misschien door de calvinistische invloed ook versterkt. Je hoort niet trots te zijn op wat je doet. Maar klopt dat wel helemaal? De God van liefde en wijsheid die alles in ons heeft gelegd, in mannen en in vrouwen en die ons leert dat we onze talenten mogen gebruiken, zou Hij willen dat we zo onzeker zijn? Ik denk dat “niet trots zijn” meer te maken heeft met onze houding. Of we dankbaar leven. We hebben alles gekregen van Hem, ook onze kansen. Maar die mag je met blijdschap gebruiken. Hij is onze Vader, als we dat toch eens zouden beseffen. Hij houdt van ons. Als ik kijk hoe blij ik ben met alle kansen die onze kinderen benutten en hoe gelukkig ik word van hun prestaties, al stellen die misschien in de ogen van anderen niks voor, dan kan ik me voorstellen dat het niet bij God past dat wij alles wat we kunnen tot “niets” herleiden.

Dus: laten we dankbaar zijn voor dat wat we ontvangen hebben en gebruiken mogen. Laten we ervan gaan stralen! Dat moet toch aanstekelijk zijn. En herken je bij jezelf die aanhoudende neiging om negatief te kijken, laten we dan eens praten. Waarom ben je zo? Welke stemmen hoor jij stiekem in je hoofd zeggen dat het niets voorstelt? En hoe kan dit veranderen? Welkom!